"Pinksteren, de vijftigste"

 4 juni 2017, Br. D. Steenhuis

Afspelen


Download
Audiobestand (MP3)  


Beschrijving
De Heilige Geest is gekomen en als wij tot geloof in de Here Jezus Christus komen, dan komt de Heilige Geest in ons. Vanaf dat moment zijn wij deelgenoten van de goddelijke natuur geworden. Op dat moment zijn wij gedoopt in de Heilige Geest en behoren wij tot het lichaam van Christus. Vanaf dat moment complementeren wij de Here Jezus Christus. Op het moment dat door de hogepriester de schoof van de eerstelingen werd bewogen, stond de Here Jezus Christus op als Eerteling. De lijdensweg van de Here Jezus Christus begon toen Hij in de moederschoot van Maria kwam. Hij heeft Zijn leven gegeven als spijsoffer, brandoffer (Hij heeft geleden) en vijftig dagen na het spijsoffer bij het bewegen van de schoof werd een nieuw spijsoffer gebracht met twee broden (getuigenis). Hebben wij ons leven gegeven als spijsoffer? Wij leven nu voor Christus. Ons spijsoffer mag gezuurd zijn, maar ons spijsoffer moet wel gebakken zijn: de werking van het zuurdesem houdt op als het gebakken wordt. Als wij ons leven aan Christus geven, dan zal Hij de werking van het zuurdesem stoppen. Hij zal ons reinigen, heiligen. Zijn leven wordt in ons leven zichtbaar; we mogen Hem vertegenwoordigen in deze wereld.


In de preek aangehaalde bijbelteksten (Statenvertaling)

Johannes 16:5-15
5 En nu ga Ik heen tot Dengene, die Mij gezonden heeft, en niemand van u vraagt Mij: Waar gaat Gij henen? 6 Maar omdat Ik deze dingen tot u gesproken heb, zo heeft de droefheid uw hart vervuld. 7 Doch Ik zeg u de waarheid: Het is u nut, dat Ik wegga; want indien Ik niet wegga, zo zal de Trooster tot u niet komen; maar indien Ik heenga, zo zal Ik Hem tot u zenden. 8 En Die gekomen zijnde, zal de wereld overtuigen van zonde, en van gerechtigheid, en van oordeel: 9 Van zonde, omdat zij in Mij niet geloven; 10 En van gerechtigheid, omdat Ik tot Mijn Vader heenga, en gij zult Mij niet meer zien; 11 En van oordeel, omdat de overste dezer wereld geoordeeld is. 12 Nog vele dingen heb Ik u te zeggen, doch gij kunt die nu niet dragen. 13 Maar wanneer Die zal gekomen zijn, namelijk de Geest der waarheid, Hij zal u in al de waarheid leiden; want Hij zal van Zichzelven niet spreken, maar zo wat Hij zal gehoord hebben, zal Hij spreken, en de toekomende dingen zal Hij u verkondigen. 14 Die zal Mij verheerlijken; want Hij zal het uit het Mijne nemen, en zal het u verkondigen. 15 Al wat de Vader heeft, is Mijn; daarom heb Ik gezegd, dat Hij het uit het Mijne zal nemen, en u verkondigen. 


Efeze 1:23
23 Welke Zijn lichaam is, en de vervulling Desgenen, Die alles in allen vervult. 


Leviticus 23:9-21
9 En de HEERE sprak tot Mozes, zeggende: 10 Spreek tot de kinderen Israels, en zeg tot hen: Als gij in het land zult gekomen zijn, hetwelk Ik u geven zal, en gij zijn oogst zult inoogsten, dan zult gij een garf der eerstelingen van uw oogst tot den priester brengen. 11 En hij zal die garf voor het aangezicht des HEEREN bewegen, opdat het voor u aangenaam zij; des anderen daags na den sabbat zal de priester die bewegen. 12 Gij zult ook op den dag, als gij die garf bewegen zult, bereiden een volkomen lam, dat eenjarig is, ten brandoffer den HEERE; 13 En zijn spijsoffer twee tienden meelbloem, met olie gemengd, ten vuuroffer, den HEERE tot een liefelijken reuk; en zijn drankoffer van wijn, het vierde deel van een hin. 14 En gij zult geen brood, noch geroost koren, noch groene aren eten, tot op dienzelven dag, dat gij de offerande uws Gods zult gebracht hebben; het is een eeuwige inzetting voor uw geslachten, in al uw woningen. 15 Daarna zult gij u tellen van den anderen dag na den sabbat, van den dag, dat gij de garf des beweegoffers zult gebracht hebben; het zullen zeven volkomen sabbatten zijn; 16 Tot den anderen dag, na den zevenden sabbat, zult gij vijftig dagen tellen, dan zult gij een nieuw spijsoffer den HEERE offeren. 17 Gijlieden zult uit uw woningen twee beweegbroden brengen, zij zullen van twee tienden meelbloem zijn, gedesemd zullen zij gebakken worden; het zijn de eerstelingen den HEERE. 18 Gij zult ook met het brood zeven volkomen eenjarige lammeren, en een var, het jong van een rund, en twee rammen offeren; zij zullen den HEERE een brandoffer zijn, met hun spijsoffer en hun drankofferen, een vuuroffer, tot een liefelijken reuk den HEERE. 19 Ook zult gij een geitenbok ten zondoffer, en twee eenjarige lammeren ten dankoffer bereiden. 20 Dan zal de priester dezelve met het brood der eerstelingen ten beweegoffer, voor het aangezicht des HEEREN, met de twee lammeren bewegen; zij zullen den HEERE een heilig ding zijn, voor den priester. 21 En gij zult op dienzelfden dag uitroepen, dat gij een heilige samenroeping zult hebben; geen dienstwerk zult gij doen; het is een eeuwige inzetting in al uw woningen voor uw geslachten.