"Naar Gods beeld"

 20 september 2015, Br. P. van der Lugt

Afspelen


Download
Audiobestand (MP3)  


Beschrijving
De Here Jezus Christus verweet de leiders dat ze niet in Hem geloofden. De joodse leiders probeerden Hem te verleiden door strikvragen. Zij wilden Hem aanklagen. De Here Jezus Christus was erg duidelijk naar Zijn tegenstanders. Hij doorzag de strikvraag en antwoordde met wijsheid: “…en geef aan God wat van God is”. God heeft een beeld en de mens is geschapen naar het beeld van God. De mens heeft de fysieke en mentale kenmerken van God. Het beeld in de mens is misvormd door de zonden. De Here Jezus Christus is het beeld (van de zichtbare gestalte) van God al voor zijn menswording. Wij zijn naar Gods beeld geschapen en behoren ons daarom aan God te geven. Nu dragen wij het beeld van Adam, maar we zullen het beeld van Here Jezus Christus dragen. Ons lichaam zal gelijkvormig worden aan het lichaam van de Here Jezus Christus. Nu al is de Here Jezus Christus bezig om ons geestelijk te vormen.


In de preek aangehaalde bijbelteksten (Statenvertaling)

Mattheus 22:15-22
15 Toen gingen de Farizeen heen, en hielden te zamen raad, hoe zij Hem verstrikken zouden in Zijn rede. 16 En zij zonden uit tot Hem hun discipelen, met de Herodianen, zeggende: Meester! wij weten, dat Gij waarachtig zijt, en den weg Gods in der waarheid leert, en naar niemand vraagt; want Gij ziet den persoon der mensen niet aan; 17 Zeg ons dan: wat dunkt U? Is het geoorloofd, den keizer schatting te geven of niet? 18 Maar Jezus, bekennende hun boosheid, zeide: 19 Gij geveinsden, wat verzoekt gij Mij? Toont Mij de schattingpenning. En zij brachten Hem een penning. 20 En Hij zeide tot hen: Wiens is dit beeld en het opschrift? 21 Zij zeiden tot Hem: Des keizers. Toen zeide Hij tot hen: Geeft dan den keizer, dat des keizers is, en Gode, dat Gods is. 22 En zij, dit horende, verwonderden zich, en Hem verlatende, zijn zij weggegaan. 


Lukas 23:2
2 En zij begonnen Hem te beschuldigen, zeggende: Wij hebben bevonden, dat Deze het volk verkeert, en verbiedt den keizer schattingen te geven, zeggende, dat Hij Zelf Christus, de Koning is. 


Genesis 1:26-27
26 En God zeide: Laat Ons mensen maken, naar Ons beeld, naar Onze gelijkenis; en dat zij heerschappij hebben over de vissen der zee, en over het gevogelte des hemels, en over het vee, en over de gehele aarde, en over al het kruipend gedierte, dat op de aarde kruipt. 27 En God schiep den mens naar Zijn beeld; naar het beeld van God schiep Hij hem; man en vrouw schiep Hij ze. 


Kolossenzen 1:13-18
13 Die ons getrokken heeft uit de macht der duisternis, en overgezet heeft in het Koninkrijk van den Zoon Zijner liefde; 14 In Denwelken wij de verlossing hebben door Zijn bloed, namelijk de vergeving der zonden; 15 Dewelke het Beeld is des onzienlijken Gods, de Eerstgeborene aller kreaturen. 16 Want door Hem zijn alle dingen geschapen, die in de hemelen en die op de aarde zijn, die zienlijk en die onzienlijk zijn, hetzij tronen, hetzij heerschappijen, hetzij overheden, hetzij machten; alle dingen zijn door Hem en tot Hem geschapen; 17 En Hij is voor alle dingen, en alle dingen bestaan te zamen door Hem; 18 En Hij is het Hoofd des lichaams, namelijk der Gemeente, Hij, Die het Begin is, de Eerstgeborene uit de doden, opdat Hij in allen de Eerste zou zijn. 



Deze spreker:
Br. P. van der Lugt

Zoek op trefwoord:
Beeld
Afbeelding
Gelijkenis