"Oplossingsgericht"

 17 november 2013, Br. H. Huijzer

Afspelen


Download
Audiobestand (MP3)  


Beschrijving
De stad Korinthe kende een goede economische groei. Er was ook sprake van veel zonden in die stad, die langzamerhand ook in de gemeente kwamen. De zonden kunnen niet uit de gemeente geweerd worden door wetten en regels, maar God kan dat alleen in onze harten uitwerken als wij God gehoorzaam willen zijn. Paulus heeft slechts drie sabbatten lang onderwijs gegeven aan de gemeente in Thessalonica. In zijn brief moest Paulus nog een paar dingen verder uitleggen. Paulus dankte God dat de thessalonicenzen zich hadden bekeerd van de afgoden en de Here Jezus Christus verwachtten. Na de wedergeboorte wachten we op de verlossing van ons lichaam. We ervaren nog steeds problemen en wij zijn gericht op de oplossing van het probleem. Onze welvaart staat vaak centraal in ons leven. We zijn onze gerichtheid op het toekomstige leven kwijt. God wil ons toerusten op de toekomst. Als het sterven van de Here Jezus Christus in ons lichaam zichtbaar wordt, dan wordt ook het leven van Hem openbaar. Het gaat er nu al om dat we bereid zijn om eeuwig bij Hem te leven.


In de preek aangehaalde bijbelteksten (Statenvertaling)

1 Tessalonicenzen 1:8-10
8 Want van u is het Woord des Heeren luidbaar geworden niet alleen in Macedonie en Achaje; maar ook in alle plaatsen is uw geloof, dat gij op God hebt, uitgegaan, zodat wij niet van node hebben, iets daarvan te spreken. 9 Want zijzelven verkondigen van ons, hoedanigen ingang wij tot u hebben, en hoe gij tot God bekeerd zijt van de afgoden, om den levenden en waarachtigen God te dienen; 10 En Zijn Zoon uit de hemelen te verwachten, Denwelken Hij uit de doden verwekt heeft, namelijk Jezus, Die ons verlost van den toekomenden toorn. 


2 Korinthe 5:1-8
1 Want wij weten, dat, zo ons aardse huis dezes tabernakels gebroken wordt, wij een gebouw van God hebben, een huis niet met handen gemaakt, maar eeuwig in de hemelen. 2 Want ook in dezen zuchten wij, verlangende met onze woonstede, die uit den hemel is, overkleed te worden. 3 Zo wij ook bekleed en niet naakt zullen gevonden worden. 4 Want ook wij, die in dezen tabernakel zijn, zuchten, bezwaard zijnde; nademaal wij niet willen ontkleed, maar overkleed worden, opdat het sterfelijke van het leven verslonden worde. 5 Die ons nu tot ditzelfde bereid heeft, is God, Die ons ook het onderpand des Geestes gegeven heeft. 6 Wij hebben dan altijd goeden moed, en weten, dat wij, inwonende in het lichaam, uitwonen van den Heere; 7 (Want wij wandelen door geloof en niet door aanschouwen.) 8 Maar wij hebben goeden moed, en hebben meer behagen om uit het lichaam uit te wonen, en bij den Heere in te wonen.